PLUNDERINGEN

Soldats allemands devant une boutique brûlée, place de l'Université à Liège, 1914

VORDERING VAN GRAAN, 1915. Jacobus A. is geboren op 27 augustus 1838 in Oedelem. Hij is landbouwer en woont in Maldegem. In 1887 huwt hij met Nathalia V. In maart 1915 betreden Duitse soldaten zijn boerderij. Ze proberen hem zijn graan af te pakken. Jacobus verdedigt zich tegen wat hij diefstal noemt. Als vergeldingsmaatregel wordt hij gearresteerd en naar de gevangenis van Brugge gebracht. Daar blijft hij tot 3 april 1915.  

 

 

 

DINANT 1914 : TOEPASSING VAN DE KRIJGSWET. Marie M. is op 26 maart 1876 geboren in Dinant. Ze heeft vier kinderen, onder wie ook Ferdinand, die in 1912 geboren is uit haar huwelijk met Hubert H. Op 25 augustus 1914 wordt Hubert door de Duitsers gefusilleerd.

 

 

Ze waren gekneveld en hun benen waren vastgemaakt (...). Ze zagen er verschrikkelijk uit en volgens mij wisten ze welk lot hun te wachten stond; alle vier zagen ze er zeer terneergeslagen uit.

 

De Duitse soldaten voeren een terreurbewind. Hubert verbergt zich net als vele anderen in de grot van Montfort. Hij wordt echter ontdekt en net als drie van zijn kameraden wordt hij ervan beschuldigd, de lichamen van Duitse militairen en Belgische burgers te hebben beroofd. Hij wordt samen met hen gefusilleerd op grond van de krijgswet, zonder onderzoek, zonder vonnis, op basis van één enkele getuigenis.

 

 

 

EPPEGEM 1914 : GEPLUNDERD TIJDENS ZIJN DEPORTATIE. Charles M. is in 1874 in Moerbeke geboren. Hij is gehuwd met Justine P. en woont in Eppegem. Hun vier kinderen zijn geboren tussen 1904 en 1914. In augustus 1914 wordt hij gearresteerd en gedeporteerd naar het kamp van Soltau. Bij zijn terugkeer in februari 1915 is het huis leeg ... Hij hervat al vrij snel zijn werk als timmerman, bij Paul Buéso en zoon, bedrijf dat in Brussel schilderijen restaureert.

Charles heeft alles verloren. De volledige inboedel van zijn huis is geplunderd: timmermansgereedschap, meubelen, kleren, zijn schoenen en de schoenen van heel zijn familie, lepels, sieraden, koffiemolen, vazen, kookpotten, lampen, ... Alles is gestolen! Zelfs de dieren hebben ze meegenomen. Na de oorlog eist hij een schadevergoeding. 

 

 

DE DUITSE SOLDATEN ZAAIEN IN 1914 TERREUR IN DE BUURT VAN NAMEN. Marie-Thérèse R. is geboren op 23 februari 1863 in Bois-de-Villers (Namen). Ze is gehuwd met Simon R. en ze hebben een dochter, die in 1895 geboren is. Op 25 augustus 1914 komen de Duitse soldaten in het dorp aan.

 

 

 

Ze slaan de ruiten stuk en maken al wat ze tegenkomen, kapot. Ze dwingen Marie-Thérèse, Simon en hun dochter om naar buiten te komen. Marie-Thérèse krijgt niet de tijd om de trappen af te gaan en ze krijgt een geweerstoot in de rug. De soldaten dwingen ook alle buren om naar buiten te komen en iedereen moet op de grond gaan liggen. De paniek slaat toe ! Marie-Thérèse staat op om haar wenende dochter gerust te stellen. Ze krijgt onmiddellijk nog meer geweerstoten in de rug en ze wordt het zwijgen opgelegd.

Ze houdt er een ernstige invaliditeit aan over en heeft voortdurend rugpijn. In 1921 wordt ze in Leuven geopereerd van nierkanker.

 

 

Andere verhalen