Gewonde kinderen

GEWOND IN HET AANGEZICHT. In augustus 1918 is Lucie V. 13 jaar oud als ze ernstig gewond raakt door de ontploffing van een obus in Koekelare (Diksmuide). Ze wordt geraakt in het aangezicht en over haar hele boezem. De Duitsers ontfermen zich over haar en sturen haar naar het Sint-Jansziekenhuis in Brugge, waar ze wordt geopereerd. Ze haalt het, maar kan na de oorlog slechts sporadisch werken omdat de verwondingen in haar gezicht een blijvende handicap vormen.

 

 

3 JAAR OUD EN AFGERAMMELD. William V., geboren in Brussel in 1911, is ernstig gewond aan het linkerbeen. Om een ongekende reden behandelen Duitse soldaten hem met bijzonder veel geweld en ze slaan hem genadeloos. Hij wordt naar het Nederlandse Katwijk aan Zee gebracht, waar hij samen met andere wezen verzorgd wordt. Uit het medische onderzoek blijkt dat hij aan een ernstige atrofie aan linkerbeen en -voet lijdt, atrofie die uiteindelijk voor 30% permanent zal worden.

 

 

 

DODELIJK GAS. In oktober en november 1918 zijn twee jongeren het slachtoffer van strijdgas: Honoré D. in Ruddervoorde (Diksmuide) en Marcel L. in Doornik.  

Honoré zit ondergedoken in de kelders van brouwerij Verscheure, niet ver van het front, als hij het slachtoffer wordt van een gasaanval van de Duitse linies. Hij wordt naar Brugge gebracht, waar hij met enig succes wordt verzorgd.

Marcel daarentegen overleeft de gifgassen die hij tijdens een Engels bombardement op Doornik heeft ingeademd, niet. Ook hij had, samen met zijn gezin en buren, zijn toevlucht gezocht in een kelder.

 

 

 

GEWOND OP HET STRAND. Madeleine D. is 7 en woont in Oostende. Tijdens de ochtend van 15 juni 1915 bombardeert een vliegtuig de stad en stort dan neer in zee, niet ver van het meisje. Madeleine raakt zwaar gewond aan haar voeten door schrapnels. Ze wordt naar het Brugse Sint-Jansziekenhuis gebracht, waar ze vier maanden lang verzorgd en meermaals geopereerd wordt. 

 

Andere verhalen